Met een kleine groep van vijf leden vertrokken zijn enkele grienden langs de Oude Maas bezocht. Als eerste werden de Rhoonse Grienden bezocht, daarna volgde het Visserijgriend.
De Rhoonse Grienden leverden een bevestiging op van eerdere waarnemingen. In het Visserijgriend werden zes lokaties gevonden, waarvan drie met meerdere pollen. In de bijgevoegde pdf zijn de resultaten te vinden.
Koos Meesters heeft een paar monstertjes genomen om te zien welke sieralgen in de grienden te vinden waren. Veel leverde dat niet op.
Op de eerste locatie in de Rhoonse grienden, in het deel met zomerklokjes voordat we weer terug liepen: Closterium acerosum var.acerosum en var. elongatum. Dit is een vrij algemene niet kritische soort die ook in licht brak en organisch vervuild water voorkomt.
In het Visserijgriend, nabij het begin van het vlonderpad waar het water enigszins stagneerde door een in de kreek geplaats schot, vond ik in het wat vochtige terrein, een aantal sierlagen met een voorkeur voor een mesotroof milieu. En wel: Cosmarium impressulum (vrij algemeen), Cosmarium boitierense var. boitierense (in Nederland verspreid voorkomend, meer dan eerst gedacht, maar toch niet algemeen) , Cosmarium subcrenatum (verspreiding niet goed bekend i.v.m. mogelijke verwarring met andere soorten, vermoedelijk zeldzaam) en Cosmarium sportella var. subnudum (vrij zeldzaam).
Toch leuk om in elk geval iets gevonden te hebben in een terreintype dat voor sieralgen niet echt veelbelovend is.
De beste vindplaatsen zijn mesotrofe plasjes met een licht zuur milieu.