In 2002 hebben we al eens een kort bezoek gebracht aan het Wooldse Veen en het Korenburger Veen. Wij waren benieuwd hoe het gebied er nu voor staat. Met 15 deelnemers en onder leiding van André Jansen hebben wij het gebied verkend.
Al direct bij de rand van het gebied grenzend aan de weg, ontstond de eerste discussie over de lagg-zône.
Vervolgens liepen wij het veen in via het vlonderpad. Op zich was dat niet nodig, want water was er nauwelijks te vinden. Zelfs de gegraven poel stond nagenoeg droog.
De vraag diende zich aan, waarom deze poel is gegraven.
Vanuit het oogpunt van de waterhuishouding lijkt dit niet verstandig te zijn geweest, meende André.
Onderweg zijn verschillende boringen gedaan om meer te weten te komen over de diepte van de veenlaag.
Zowel de boringen met de grondboor (foto lnks) als de steekboor (foto rechts) geven aan dat er nog altijd een restant zwart veen aanwezig is, met daaronder fijn, soms wat leemachtig, zand uit de ijstijden.
Een stukje verder doorlopend kwamen wij bij een aantal verlaten veenputten of boerenkuilen. Hier was goed te zien dat de hoogveenvorming mooi op gang is gekomen.
Ongemerkt passeren we de Duitse grens. Een goed staaltje van samenwerking om een fraai natuurgebied te behouden.
Aan de grens van het gebied met het akkerland was een ondoorlatend scherm ingegraven met aansluitend een stevig werkpad.
Dit is ook het laagste deel van het Wooldse Veen. Door hier het water vast te houden zal het langzaam stroomopwaarts natter worden.
Het is de bedoeling dat het water dat nu nog te zien is opgevuld wordt met restmateriaal uit het gebied.
Voor een goede veenvorming en om de verdamping tegen te gaan, zou het goed zijn het resterende bos zo veel mogelijk te kappen.
Maar de natuur regelt dit ook zelf…….
Een uitgebreider verslag van deze excursie is in de bijlagen te vinden.