Op een frisse 23 maart verzamelde een kleine groep zich bij het strand van Kijkduin.
Doel was dit keer een totaal ander biotoop dan wij gewend zijn, de Zandmotor.
De Zandmotor is zo’n acht jaar geleden aangelegd, met het doel de kust terplaatse na de zandsuppletie meer dan 10 jaar met rust te laten.
Omdat de Tweede Maasvlakte al werd aangelegd, kon men gebruik maken van het zand dat daar werd uitgegraven voor de havenbekkens.
Een 20 miljoen m3 zand werd voor de kust bij Kijkduin op het strand en in zee opgespoten. Om de ontwikkeling van deze methode te volgen is een meettoren geplaatst.
Ons doel was kennis nemen van deze ontwikkelingen en te bezien hoe het met de natuurontwikkeling gaat. Het aangelegde meer is nog altijd gevuld met licht brak water doordat de zee bij storm hoog het strand op kan komen. Qua plantengroei gaat het vooral om pioniersoorten die zand vasthouden en kleine duintjes vormen. In het meer zelf was in dit jaargetijde weinig te vinden.
De lagune die aan de noordzijde ontstaat lijkt langzaam afsloten te worden van de zee.
De klif aan de zeezijde blijkt tot nu toe redelijk bestand tegen golfafslag.
Uit het aanspoelsel in het vloedmerk konden wij opmaken dat de zeebodem duidelijk de gelegenheid krijgt om tot rust te komen.
Naast vondsten van haaieneieren en Japans bessenwier(!), waren wij niet zeker van een exemplaar van zeewier. Maar dit zou wel een mooie ontwikkeling zijn.
In de middag hebben wij Berkheide wat verkend.
De start was bij de centrale inlaat aan de weg naar Wassenaarse Slag.
Na de herinrichting van de sprangen zijn er een aantal meertjes overgebleven. Deze hebben wij nader bekeken.
De meeste meertjes bevatten weinig bijzonders.
Alleen wat verder in het gebied vonden we wat aardige zaken als moeraskartelblad en boompjesmos op de oeverwal.
Een ander interessant fenomeen was een kolonie aalscholvers.
De zee is dichtbij en biedt voldoende voedsel.